In het voorjaar gaan honingbijen vaak zwermen. Zwermen is hun natuurlijke manier om te overleven als soort. Door zich op te splitsen, ontstaan er meerdere volken, wat de kans vergroot dat de soort blijft voortbestaan. Maar een andere reden kan zijn dat de “oude” koningin niet meer voldoet of dat er weinig ruimte meer is in de bijenkast. Bij onze bijenstal proberen we zwermen zoveel mogelijk te voorkomen, omdat we daarmee een deel van onze bijenvolken (en dus honingopbrengst) verliezen. Bovendien kunnen zwermen voor overlast zorgen rondom De Landerij.
De werkbijen kiezen uit alle eitjes enkele eitjes die hun nieuwe koningin moet gaan worden. Deze krijgt extra voedingsstoffen om zich te kunnen ontwikkelen tot koningin. Wij herkennen dat omdat koninginnen niet groeien in een gewone raat maar in een soort pindadop. Vlak voordat een nieuwe koningin uit haar dop komt, vertrekt de oude koningin met zo’n 10.000 tot 20.000 werkbijen uit de kast. Ze vormen samen een zwerm die eerst op een tussenplek (bijvoorbeeld een boomtak) neerstrijkt. Van daaruit zoeken verkenners een nieuwe plek om een nest te beginnen.
Tijdens “imker bij de stal” in april zagen wij dat het bijenvolk in de warrékast (met de doorkijkraampjes) ging zwermen. Het was een drukte van jewelste voor de kast. Als snel hing de zwerm aan een tak vlakbij de bijenstal. We hebben de zwerm makkelijk kunnen scheppen. De bijen in de zwerm zullen niet snel steken, ze hebben immers geen kast om te beschermen. Voorzichtig vegen we de bijen in een bak, als de koningin in de bak zit gaan de werkbijen “stertselen”. Dat is een soort “twerken”, bijen dansen met hun achterkant om de andere bijen te vertellen dat daar de koningin is. Na enige tijd zitten alle bijen in de bak. We kunnen nu de bijen in een bijenkast doen. Zo hebben we weer een extra bijenvolk.
Meer willen weten over honingbijen? Kom dan eens kijken als wij bij de stal zijn.