Op 13 augustus hebben we de zomerhoning geslingerd. We slingeren twee keer per jaar en eind mei hebben we de voorjaarshoning geoogst. Beide keren doen we dat met kinderen. Dat is altijd een grote happening.
We slingeren de honing in de pakschuur. Kinderen kunnen in kleine groepjes onder begeleiding van het imkerteam alle handelingen verrichten die nodig zijn bij het oogsten van de honing. Ze beginnen met het ontzegelen van de honingramen. Ontzegelen is het met een brede vork verwijderen van een laagje bijenwas waarmee de honing is afgedekt.
Vervolgens worden de ontzegelde ramen in de honingslinger geplaatst. Kinderen kunnen naar hartenlust draaien aan de honingslinger en zien hoe de honing uit de raten geslingerd wordt en door een zeef in een emmer wordt opgevangen. Daarna wordt de honing op pot gedaan en voorzien van een etiket. De ouders blijven buiten en kunnen door de ramen van de pakschuur observeren hoe hun kinderen de honing van raat tot pot verwerken. Ruim veertig kinderen hebben in augustus aan de activiteit deelgenomen en er zijn 55 potjes honing verkocht. Natuurlijk wilde ieder kind met een potje “zelfgemaakte” honing naar huis.
De bijenvolken hebben na het afhalen van de honing allemaal veertien kilo vloeibare suiker gehad. Dat is noodzakelijk omdat de bijen voldoende voedselvoorraad voor de winter moeten hebben. Ze verwerken de vloeibare suiker tot een soort honing en slaan die op in de bijenramen in de kast.
In de periode augustus tot en met november worden de winterbijen geboren. Da bijen die in die periode geboren worden leven ongeveer een half jaar terwijl de voorjaars en zomerbijen maar zes weken leven. De winterbijen zijn van belang voor de verzorging van de jonge bijen in de winterperiode. Vooral als de koningin in februari en maart weer eitjes gaat leggen zijn de winterbijen hard nodig om jonge larven te voeden en uit te laten groeien totjonge bijen. De winterbijen zijn dus heel belangrijk om het bijenvolk na de winter weer op voorjaarssterkte te brengen.
De imker hoeft in de periode oktober tot maart nauwelijks in de bijenkast te werken en laat het volk dan ook graag met rust.